info-steel-59

bovenranden bestaan uit SHS 300x300-buizen, de onderranden uit CHS 406.4-buizen en de diagonalen uit CHS 193.7-buizen. De diktes zijn variabel om het gewicht van deze elementen te optimaliseren. De oostelijke puntgevel is gemoduleerd op basis van de geometrie van de vakwerkliggers en steunt op de eerste balk – de enige die bovenaan verankerd is. In de dwars- richting zijn deze portieken aan de uiteinden verankerd. De betonkern aan de westzijde biedt plaats aan de administratieve ruimtes, de kleed- kamers en de cafetaria.» «De dakstructuur bestaat dan weer uit geperfo- reerd plaatstaal, rotswolisolatie en een meer- lagige waterdichting (bi-roofT1)», aldus Bernard Lizin, architect-vennoot en bestuurder bij Atelier d’Architecture de Genval. Staalelementen in de gevel Lambert Charlier: «De geveldynamiek die de architecten voor ogen hadden, is gerealiseerd aan de hand van een secundaire structuur die membrure inférieure et des diagonale en tubes CHS 193.7. Les épaisseurs sont variables afin d’optimiser le poids de ces poutres. Le pignon Est est modulé sur la géométrie des poutres treillis et s’appuie sur la première poutre, la seule qui soit contreventée en sa partie supé- rieure. Transversalement, ces portiques sont maintenus aux extrémités et, en son centre, vers le noyau en béton rassemblant du côté Ouest l’ensemble des locaux, tels que les locaux admi- nistratifs, les vestiaires ou la cafétaria. » Quant à la couverture, « elle est composée de tôles métalliques perforées, d’une isolation en laine de roche et une étanchéité multicouche (bi-roofT1) », explique Bernard Lizin, architecte associé et administrateur de l’Atelier d’Architec- ture de Genval. Des éléments métalliques en façade Lambert Charlier : « Le dynamisme des façades dessiné par les architectes a été résolu au moyen d’une structure secondaire rapportée sur 72